Het niet-lullen-maar-poetsen-adagium van Rotterdam vind je ook terug in de muziekgeschiedenis van de stad. Voor de artiesten met radiovriendelijke muziek is er nooit te weinig aandacht geweest: Lee Towers, Anita Meyer, Patricia Paay. Het succesverhaal van rockband Face Tomorrow is minder glamourous, maar minstens zo mooi.
In deze tijd, waarin overgeproduceerde hiphop, het zoeken naar goedkope energie, het jezelf profileren op social media en een ontplofte huizenmarkt de dingen zijn waar velen zich mee bezighouden, is er nog maar weinig ruimte voor weerbarstige muziek. Toen Face Tomorrow eind jaren '90 vanuit een Rotterdamse oefenruimte hun busje inlaadde om al toerend zieltjes te winnen, was Radio 3FM nog marktleider. Het draaide vanaf de eeuwwisseling steeds minder rock, juist toen de Rotterdamse band heel hard op de deur bonkte.
Wat doe je als rockband die nooit op de radio wordt gedraaid? Dan moet je drie dingen doen: optreden, optreden en optreden. Dat heeft het Rotterdamse Face Tomorrow van meet af aan goed begrepen. Steun van de commercie was er niet. Dus moet je het zelf doen. Zelf optredens regelen, zelf je studio betalen. Aanvankelijk maakte de band gebruik van haar vele contacten in het underground-circuit: dat betekende in de praktijk dat je overal welkom was voor een optreden, maar dat de omstandigheden navenant waren. Spelen in een bezemkast, slapen in een badkuip, dat werk.
Toch waren er muziekliefhebbers (we zouden ze nu influencers of bloggers noemen) die de naam oppikten en verspreidden vanwege de energie die het vijftal in alles stak: muziek, teksten, show, merchandise, het viel op en Face Tomorrow werd een graag geziene gast op festivals in Nederland en daarbuiten. Niet dat 3FM of De Telegraaf over de band schreef. En promotie via internet stond begin deze eeuw nog in de kinderschoenen, maar Face Tomorrow moest er wel gebruik van maken.
De podia werden steeds groter, maar brak gek genoeg nooit echt door. Lowlands programmeerde Face Tomorrow tweemaal. Eenmaal in een middelgrote tent die ondanks het vroege tijdstip (11.00 uur) uitpuilde met fans. De tweede keer op het buitenpodium, voor een slordige tienduizend man. Op het Belgische Pukkelpop, een nog groter festival, stond het veld ook bomvol. Intussen toerde de band vrolijk door heel Europa. Optredens waren visitekaartjes, vergelijkbaar met miljoenenstreams. Tot in New York aan toe (nee, niet in het Rotterdamse hotel). Face Tomorrow was weer zo'n klassiek Rotterdams voorbeeld, een aanbeveling om hard te werken aan je droom. Zonder hulp van buitenaf toch heel ver komen en in ieder geval de waardering krijgen die je verdient. Toch knaagt ergens de gedachte dat deze band veel groter had kunnen worden.